Index
Inhoud
introductiepagina

Hoe kan ik...

E-mailinstellingen opgeven

In Microsoft FrontPage-serverextensies 2002 worden meldingen en andere beheerdersberichten verstuurd via een SMTP-server. Op de pagina Configuratie-instellingen wijzigen kunt u de gewenste SMTP-server opgeven, samen met het e-mailadres en de andere instellingen die u wilt gebruiken voor een virtuele server. Op de pagina Standaardopties voor installatie instellen kunt u standaardinstellingen voor e-mail opgeven die van toepassing zijn op de gehele server.

Configuratie-instellingen voor virtuele servers

Voor een virtuele server kunt u op de pagina Configuratie-instellingen wijzigen algemene instellingen opgeven in de volgende categorieën:

Ontwerpen van pagina's toestaan

Als u wilt voorkomen dat gebruikers informatie op de website publiceren terwijl u onderhoudstaken uitvoert, kunt u de ontwerpfunctie uitschakelen. Als u dit doet, kunnen gebruikers tijdelijk geen nieuwe informatie op de site publiceren. Stel de gebruikers wel op de hoogte voordat u de ontwerpfunctie uitschakelt, zodat er geen werk verloren raakt.

E-mailinstellingen

Door de server worden regelmatig e-mailmeldingen of andere berichten gezonden aan gebruikers van uw site of aan u, de beheerder. In deze sectie kunt u opgeven welke SMTP-server voor berichten moet worden gebruikt. U kunt ook het verzend- en antwoordadres opgeven die moeten worden gebruikt voor deze berichten. Verder kunt u opgeven welke opties voor e-mailcodering en welke tekenset moeten worden gebruikt in de e-mailberichten.

Prestatie afstemmen

De snelheid waarmee een webserver reageert op aanvragen van een client is voor een groot deel afhankelijk van de grootte van de website en in het bijzonder van het aantal pagina's en andere bestanden die de site bevat. U kunt de reactietijd van een website verbeteren door de website af te stemmen. Als u een website afstemt, wordt door Microsoft FrontPage-serverextensies 2002 een bepaalde hoeveelheid schijfruimte gereserveerd als cache voor de website, op basis van het aantal webpagina's. U kunt een website bijvoorbeeld afstemmen voor minder dan 100 pagina's of voor meer dan 1000 pagina's, of u kunt de aangepaste instelling gebruiken en zelf de cachegrootte opgeven. U kunt de standaardcache-instellingen gebruiken of zelf instellingen opgeven voor de RAM-documentcache, het cachegeheugen voor ingevoegde bestanden, het cachegeheugen voor afbeeldingsbestanden, de grootte van de volledige-tekstzoekindex en de maximale grootte van documenten in het cachegeheugen.

Bij Microsoft FrontPage 2000-serverextensies gebruikt u de Microsoft Management Console (MMC) om de prestaties af te stemmen. Bij FrontPage-serverextensies 2002 gebruikt u de pagina Configuratie-instellingen wijzigen, die u bereikt via de pagina's Serverbeheer.

Clientscripts

In deze sectie kunt u opgeven welk type clientscripttaal u wilt toestaan. Microsoft FrontPage-serverextensies 2002 ondersteunt JavaScript (de standaardinstelling) of Microsoft Visual Basic Scripting Edition (VBScript). U kunt ook opgeven dat er geen clientscripts zijn toegestaan op uw virtuele server.

Beveiligingsinstellingen

In deze sectie kunt u opgeven welke beveiligingsinstellingen u wilt implementeren op een virtuele server. U kunt informatie over het ontwerpen van webpagina's bijhouden, vereisen dat gebruik wordt gemaakt van SSL-beveiliging (Secure Sockets Layer) voor alle ontwerp- en beheeracties en opgeven of gebruikers uitvoerbare bestanden kunnen opslaan op de virtuele server.

Standaardopties voor installatie

Op de pagina Standaardopties voor installatie instellen van de pagina's voor serverbeheer kunt u de standaardinstellingen voor de server opgeven. Deze beleidsinstellingen worden overgenomen door elke virtuele server en elk subweb, tenzij de instellingen van de desbetreffende virtuele server of subweb door de beheerder worden gewijzigd op de beheerpagina's voor de site of virtuele server. 

U kunt standaardinstellingen opgeven voor:

Gebruiksanalyse

U kunt de logboekverwerking voor de gebruiksanalyse in- of uitschakelen voor uw server en instellen of de verwerking onmiddellijk, dagelijks of wekelijks moet plaatsvinden. Verder kunt u opgeven of de gebruiksgegevens automatisch moeten worden verwijderd na een bepaalde periode. Tenslotte kunt u opgeven of de logbestandsgegevens alleen voor hele dagen moeten worden verwerkt. Websitebeheerders kunnen deze instellingen wijzigen via de pagina Sitebeheer voor de desbetreffende website.

E-mailinstellingen

U kunt opgeven welke SMTP-server en welke verzend- en antwoordadressen moeten worden gebruikt. Serverbeheerders kunnen deze instellingen wijzigen via de pagina Configuratie-instellingen wijzigen voor de desbetreffende virtuele server. Beheerders van websites kunnen de verzend- en antwoordadressen wijzigen via de pagina Sitebeheer voor hun website.

Beveiligingsinstellingen

U kunt opgeven of ontwerpacties moeten worden geregistreerd, instellen dat Secure Sockets Layer (SSL) wordt gebruikt voor ontwerp- en beheerprocessen of toestaan dat gebruikers uitvoerbare bestanden laden. Serverbeheerders kunnen deze instellingen wijzigen via de pagina Configuratie-instellingen wijzigen voor de desbetreffende virtuele server.

Opmerking   De standaardopties voor de installatie worden niet afgedwongen. Een beheerder van een website of virtuele server kan de standaardinstellingen aanpassen. 

E-mailinstellingen voor een virtuele server opgeven
  1. Klik op de pagina Serverbeheer onder Virtuele servers naast de virtuele server die u wilt wijzigen op Beheer.
  2. Klik onder Beheer op Configuratie-instellingen wijzigen.
  3. Typ bij E-mailinstellingen in het vak SMTP-server de naam van de gewenste SMTP-server.
  4. Typ in het vak Verzendadres het e-mailadres vanwaar e-mail moet worden verzonden.

    Dit adres wordt weergegeven in het vak Van van alle e-mailberichten die vanuit de server worden verzonden. Er wordt geen e-mail naar dit adres verzonden. Indien gewenst kunt u hiervoor een e-mailadres gebruiken dat niet wordt gecontroleerd.

  5. In het vak Antwoordadres typt u het e-mailadres waarnaar gebruikers antwoorden kunnen sturen.

    Als een gebruiker een e-mail van de server beantwoordt, wordt het antwoord naar dit adres gestuurd. Gebruik hiervoor een adres dat wordt gecontroleerd.

  6. Selecteer in het vak E-mailcodering de gewenste indeling voor de e-mailcodering.
  7. Selecteer in het vak Tekenset de tekenset die moet worden gebruikt.
  8. Klik op Verzenden.
Standaardinstellingen voor e-mail opgeven voor een server
  1. Klik op de pagina Serverbeheer op de optie Standaardopties voor installatie instellen.
  2. Typ bij E-mailinstellingen in het vak SMTP-server de naam van de gewenste SMTP-server.
  3. Typ in het vak Verzendadres het verzendadres dat moet worden gebruikt voor de SMTP-server.

    Dit adres wordt weergegeven in het vak Van van alle e-mailberichten die vanuit de server worden verzonden. Er wordt geen e-mail naar dit adres verzonden. Indien gewenst kunt u hiervoor een e-mailadres gebruiken dat niet wordt gecontroleerd.

  4. Typ in het vak Antwoordadres het adres dat moet worden gebruikt als leden van uw site het e-mailbericht van de server beantwoorden.

    Als een gebruiker een e-mail van de server beantwoordt, wordt het antwoord naar dit adres gestuurd. Gebruik hiervoor een adres dat wordt gecontroleerd.

  5. Klik op Verzenden.